Zaailingen afharden: zo doe je dat goed

Heb je binnen je zaailingen opgekweekt in zaaitrays of kweekbakken? Dan is dit hét moment om ze voor te bereiden op hun leven buiten. Direct uitplanten zonder voorbereiding is vragen om problemen: temperatuurverschillen, wind, zonlicht en regen zijn vaak te heftig voor zaailingen die in een stabiele omgeving zijn opgegroeid.

Wat is afharden precies?
Afharden is het proces waarbij je zaailingen langzaam laat wennen aan de omstandigheden buiten. Door dit geleidelijk te doen, voorkom je dat je planten een groeistilstand krijgen of zelfs sneuvelen.

Zo pak je het aan:

1. Start op een zachte dag
   Begin op een dag met mild weer: rond de 12-18°C, weinig wind en geen felle zon.

2. Zet ze buiten op een beschutte plek
   Denk aan een afdakje, een kasdeur die op een kier staat of een plek uit de wind. Begin met een paar uur per dag.

3. Bouw het langzaam op
   Elke dag laat je ze iets langer buiten. Begin bijvoorbeeld met 2 uur op dag 1, 3 à 4 uur op dag 2, en zo verder. Na een week kunnen ze meestal de hele dag buiten staan.

4. Laat ze nog niet in de volle zon staan
   Zonlicht buiten is veel feller dan achter glas. Laat ze eerst wennen aan schaduw en halfschaduw.

5. Geen vorst? Dan kunnen ze naar buiten
   Na ongeveer 7 tot 10 dagen afharden en als er geen kans meer is op nachtvorst, kunnen de zaailingen uitgeplant worden.

Extra tip: gebruik een tray of onderplaat zodat je ze makkelijk kunt verplaatsen, zeker handig bij plotselinge kou of harde wind.

Succes met afharden – het is een belangrijke stap voor sterke, gezonde planten!